Flyer

Zie hier mijn flyer. U kunt die zelf gebruiken of – digitaal of hardcopy – verspreiden.


Hoeveel kinderalimentatie moet betaald worden na een onenightstand?

In mijn blog ‘In welke situaties moet een vader kinderalimentatie betalen?’, legde ik uit dat je ook na een onenightstand kinderalimentatieplichtig bent, afhankelijk van een paar voorwaarden. In deze blog gaat het over de vraag hoeveel alimentatie je dan verplicht bent te betalen, meer specifiek: hoe de behoefte van het kind wordt bepaald. De onenightstand valt, als je kijkt naar de rechtspraak, onder de categorie ‘ouders die niet samenwoonden op het moment van de geboorte van het kind’. De vraag is: moet je in het geval van een onenightstand net zoveel alimentatie betalen als iemand die wel samenwoonde of een relatie had met de andere ouder? In die laatste twee gevallen wordt namelijk uitgegaan van een gezinsinkomen, dus de inkomens van beide ouders worden opgeteld om de behoefte te bepalen. Dat is dan het uitgangspunt voor de bepaling van de kinderalimentatie, als er genoeg draagkracht is. Op het bepalen van de draagkracht van de alimentatieplichtige ga ik in deze blog niet in.

Casus: Bert en Anna ontmoeten elkaar in het park, vinden elkaar aantrekkelijk en blijven de hele dag samen. De ontmoeting eindigt in een gepassioneerde nacht. Negen maanden later wordt Ella geboren. Vader Bert erkent Ella niet en wil ook weinig met haar te maken hebben. De vraag is dan: hoe wordt de behoefte van Ella bepaald? Er zijn drie mogelijkheden:

  • De behoefte wordt bepaald op basis van alleen het inkomen van moeder Anna; het inkomen van (biologische) vader Bert wordt buiten beschouwing gelaten.
  • De behoefte van Ella is het gemiddelde van de behoefte op basis van het inkomen van Anna en dat van Bert afzonderlijk.
  • De afzonderlijke inkomens worden bij elkaar opgeteld. Er wordt dan net gedaan alsof ouders hebben samengewoond, dus van een fictief gezinsinkomen. De behoefte van het kind wordt op basis van dat gezamenlijke inkomen bepaald.

De keuze uit deze drie oplossingen is vooral relevant als Bert een heel hoog inkomen heeft en Anna een heel laag inkomen. Hieronder leg ik het verschil tussen de drie oplossingen uit aan de hand van een rekenvoorbeeld op basis van de casus. Bij alle berekeningen wordt uitgegaan van de behoeftetabel 2021 van het Nibud, waarbij het uitgangspunt is dat de bepaling van de behoefte afhangt van de leeftijd van de kinderen en het aantal en het inkomen van de ouder(s).

Bert verdient € 5000 netto per maand. Anna verdient € 1500 netto per maand. Voor de eenvoud spelen andere inkomens (kindgebonden budget) geen rol.

Als uit zou worden gegaan van de eerste oplossing, dan zou de behoefte van Ella worden gebaseerd op het inkomen van moeder Anna. De behoefte van Ella zou dan dus € 155 zijn.

Wanneer zou worden gekozen voor de tweede oplossing, zou de behoefte van Ella het gemiddelde zijn van de behoefte op basis van het inkomen van Bert (€ 680) en dat van Anna (€ 155). Het gemiddelde daarvan en daarmee de behoefte van Ella is dan € 417.

Bij de derde oplossing zouden de inkomens van Anna en Bert bij elkaar opgeteld worden. Op basis van het totale inkomen van € 6500 per maand, zou  de behoefte van Ella € 830 zijn.

Het grote verschil tussen de behoefte van Ella in de drie berekeningen, maakt duidelijk dat het behoorlijk uitmaakt voor welke berekeningsmethode voor de behoefte wordt gekozen in het geval van een kind dat is geboren uit een onenightstand.

Hoe gaat de rechtspraak hiermee om? De Hoge Raad oordeelde in 2004 (27 februari 2004 ,NJ 2004, 283) dat het inkomen van de vader moest worden meegenomen bij het bepalen van de behoefte van de kinderen, omdat beide ouders moeten bijdragen in de kosten en verzorging van het kind. Over de vraag in welke mate de inkomsten van vader moesten meetellen bij het berekenen van de behoefte van het kind in een dergelijke situatie, deed de Hoge Raad geen uitspraak. De Hoge Raad laat dat in principe over aan de rechtbanken en gerechtshoven.

Kortom, hiermee viel de eerste oplossing, waarbij alleen het inkomen van de moeder wordt meegenomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, af. Het inkomen van de vader telt ook mee; het kind mag baat hebben bij het inkomen van de vader ook al woonde hij of zij nooit in het gezin van de vader. Zelfs als na een onenightstand de vader geen contact met het kind wenst of hij beweert dat hij tegen zijn zin door de vrouw tot vader is gemaakt, telt zijn inkomen mee bij de behoeftebepaling. (Aldus ook: Hoogleraar familierecht Wortmann, die een annotatie schreef bij het arrest van de Hoge Raad)

De Hoge Raad oordeelde wel dat als duidelijk wordt dat bepaalde kosten voor het kind in het gezin van de moeder niet worden gemaakt, die wel zouden zijn gemaakt als het kind bij de vader zou opgroeien, deze kosten niet mogen worden meegerekend bij het bepalen van de behoefte. Kortom, de moeder moet de kinderalimentatie aan het kind besteden en niet aan eigen bezigheden of spullen voor zichzelf. Dit zou dus kunnen betekenen dat als kinderalimentatie ook besteed wordt aan een kind in hetzelfde gezin van een andere vader voor wie de moeder minder kinderalimentatie ontvangt, dit zou kunnen leiden tot de verlaging van het kinderalimentatiebedrag (aldus ook Wortmann in de annotatie).

Maar de vraag is dus vervolgens in welke mate het inkomen van vader meetelt. De rechtbanken en gerechtshoven oordeelden hier verschillend over. De rechterlijke expertgroep alimentatie besloot daarom om met een richtlijn meer duidelijkheid te geven aan rechters en mensen in een alimentatiesituatie:

De behoefte van een kind, waarvan de ouders nooit in gezinsverband hebben samengeleefd, wordt bepaald door het gemiddelde van de behoefte, berekend op basis van het inkomen van de ene ouder en de behoefte berekend op basis van het inkomen van de andere ouder. De inkomens worden dus niet bij elkaar opgeteld.

Kortom: de Expertgroep Alimentatie kiest in deze aanbeveling voor de tweede oplossing. Het betreft hier echter geen recht maar een richtlijn, waarvan mag worden afgeweken. De rechtspraak neemt de richtlijn in de praktijk grotendeels wel als uitgangspunt, omdat uniformiteit en voorspelbaarheid door rechters als belangrijk wordt gezien. Kijkend naar de voorgeschiedenis van deze richtlijn, is er echter wel ruimte voor een andere keuze, waarbij het inkomen van de vader in mindere of meerdere mate meetelt na een onenightstand. Het is dus niet met zekerheid te zeggen in welke mate rechters het inkomen van de vader na een onenightstand laten meewegen bij het bepalen van de behoefte van het kind; maar dat het mee moet tellen, staat wel vast. 

Verder is het altijd maatwerk. Als u meer vragen hierover heeft, dan kunt u contact met mij opnemen.


Moet een stiefouder kinderalimentatie betalen?

Vaak krijg ik de vraag: is mijn partner, de stiefouder van mijn kind, verplicht om bij te dragen in de kosten van onderhoud van mijn kind? Kinderalimentatie betekent: het bijdragen aan de kosten van onderhoud van een kind. Zo kan ook de bijdrage van een stiefouder mogelijk in beeld komen. Bijvoorbeeld de nieuwe echtgenoot van een vrouw, zou dus mogelijk naast haar vroegere echtgenoot, verplicht kunnen worden om de kinderen uit dat vorige huwelijk, te onderhouden. Dat wordt niet altijd logisch gevonden; de stiefouder is immers toch niet de ouder van het kind. Het kan echter wel: een stiefouder kan alimentatieplichtig worden, dat wil zeggen dat er bij de berekening van kinderalimentatie rekening wordt gehouden met de bijdrage van de stiefouder. Dit kan, bij de berekening van de hoogte van het alimentatiebedrag, tot een vermindering leiden van de bijdrage van de alimentatieplichtige ouder of verwekker. De Hoge Raad heeft bepaald dat de verplichtingen van de stiefouder en de ouder in beginsel van gelijke rang zijn; het is dus niet zo dat de stiefouder pas kan worden aangesproken op het moment dat de ouder niet voldoende aan het onderhoud van het kind kan bijdragen.

Vervolgens is de vraag: wanneer moet een stiefouder dan kinderalimentatie te betalen? We hebben het niet over de stiefouder die door erkenning of adoptie de juridische ouder van het kind is geworden. Die situatie behandel ik in mijn blog: in welke situaties moet een vader kinderalimentatie betalen? Het gaat hier om de situatie waarbij de stiefouder wel een sociale rol heeft ten aanzien van het kind, maar niet een juridische positie: de stiefouder is niet de juridische ouder.

Wetsartikel met uitleg: volgens artikel 1:395 (minderjarigen) en 1: 395a (jong-meerderjarigen) van het Burgerlijk Wetboek kan een stiefouder inderdaad een alimentatieplicht hebben naar het kind. Daarvoor moet aan twee voorwaarden zijn voldaan. Allereerst moet de stiefouder getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben met de (juridische) ouder van het kind. De Hoge Raad heeft meerdere keren bepaald dat, ook als er family life is tussen de stiefouder en het kind, deze geen plicht tot kinderalimentatie heeft naar het kind toe. Ten tweede moet het kind tot het gezin en de stiefouder behoren.

Casus: Arno en Eva zijn getrouwd. Arno heeft een zoon, Emmanuel, uit een eerder huwelijk met Maaike. Emmanuel woont door de week bij Arno en Eva en eens in de 14 dagen een weekend bij Maaike. In dit geval is aan de twee voorwaarden voldaan: Eva is getrouwd met de juridische ouder van Emmanuel en Emmanuel behoort tot haar gezin. Eva is daarom alimentatieplichtig voor Emmanuel.

Casus: Hetty en Bart wonen ongehuwd samen. Hetty heeft een dochter, Annabel, uit een eerder huwelijk met Allard. Annabel woont door de week bij Hetty en Bart en eens in de 14 dagen een weekend bij Allard. In dit geval is aan één van de voorwaarden niet voldaan, namelijk aan het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Daarom is Bart niet alimentatieplichtig voor Emmanuel.

Nu is natuurlijk de vraag: wanneer behoort een kind wel en wanneer niet tot het gezin van zijn of haar ouder en de stiefouder. In bovenstaand voorbeeld was het duidelijk; Emmanuel woonde het grootste deel van de tijd in het gezin van zijn vader Arno en stiefmoeder Eva. Aannemelijk is dus dat het kind daar ook zijn juridisch hoofdverblijf heeft. Maar hoe zit dat precies als het kind minder tijd doorbrengt bij zijn of haar stiefouder. Dit is vooral door de lagere rechtspraak ingevuld.

Binnen de rechtspraak is in ieder geval duidelijk geworden dat co-ouderschap betekent dat het kind tot het gezin van de ouder en stiefouder behoort (en het kind behoort tot een gelijk deel tot het gezin van de andere ouder)

Casus: Badr en Clara zijn getrouwd. Badr heeft een dochter, Imene, uit een eerder huwelijk met Julia. Imene woont 50% van de tijd bij Badr en Clara en 50% van de tijd bij Julia. Clara is dus alimentatieplichtig.

Ook is in de rechtspraak duidelijk geworden dat als een kind helemaal geen tijd doorbrengt in het gezin van de ouder en stiefouder, het niet tot dat gezin behoort. Daarbij speelt ook een rol van het kind niet het juridisch hoofdverblijf heeft in dat gezin. Daarbij maakt het niet uit of wordt beweerd door de ouder die verzoekt om alimentatie dat de andere ouder en stiefouder het zelf afhouden dat het kind tijd doorbrengt in hun gezin.

Casus: Hannah en Onno zijn getrouwd. Hannah heeft een dochter, Ada, uit een eerder huwelijk met Bob. Ada woont de volledige tijd bij Bob; ze brengt geen tijd door in het gezin van Hannah en Onno. Volgens Bob is er wel een afspraak dat Ada eens in de 14 dagen bij Hannah en Onno zou zijn, maar bedenkt Hannah telkens een andere reden waarom dit niet uitkomt. Onno is niet alimentatieplichtig, omdat Ada niet tot het gezin van Hannah en Onno behoort.

Een uitzondering hierop is, volgens de parlementaire geschiedenis en een uitspraak van de Hoge Raad, als het kind tijdelijk uit huis woont; tot het gezin behorend moet in dat geval ruim worden opgevat. Dit geldt voor situaties als uithuisplaatsing en op kamers wonen.

Verder is het altijd maatwerk. Als u meer vragen hierover heeft, dan kunt u contact met mij opnemen.


In welke situaties moet een vader kinderalimentatie betalen?

Veel vaders vragen mij: moet ik kinderalimentatie betalen? Vooral als ze niet getrouwd zijn of nooit een relatie gehad hebben met de moeder, of als zij het kind niet hebben erkend. In deze blog leg ik uit welke vaders allemaal in aanmerking komen om alimentatie te betalen. Bij de moeder is het meestal duidelijk, want zij heeft automatisch een juridische positie, doordat het kind uit haar geboren wordt. De juridische ouder is alimentatieplichtig, dus de moeder komt dan in aanmerking om alimentatie te betalen. Daarbij maakt het niet uit of ze getrouwd is, ongehuwd samenwoont of helemaal geen relatie heeft met de vader van het kind. Maar hoe zit dat met de vader? Bij de vader ligt dat anders omdat hij lang niet altijd automatisch de juridische vader wordt. Dat zien we bij ongehuwd samenwonen. Dan is er wel een biologische, maar geen juridische band. Hetzelfde geldt als de band tussen de vader en de moeder nog zwakker is, als ze alleen maar een korte relatie hadden die al geëindigd was voor de geboorte van het kind, of een onenightstand. Moet de vader in zo’n geval alimentatie betalen? Hieronder geef ik een overzicht van deze verschillende situaties en leg ik aan de hand van korte voorbeelden uit of de vader alimentatieplichtig is. Ook noem ik daarbij de wetsartikelen, zodat dit makkelijk na te zoeken is.

1. De juridische vader als alimentatieplichtige

Wetsartikel met uitleg: volgens artikel 1:392 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek zijn ‘ouders’ alimentatieplichtig naar hun kinderen. Hiermee worden enkel de juridische ouders, dus niet de biologische ouders bedoeld.

Wanneer is een vader de juridische vader? Er is één situatie waarbij dat automatisch gebeurt en dat is als hij getrouwd is met de moeder of met haar een geregistreerd partnerschap heeft. De vader hoeft dan juridisch niets te regelen: de vader is automatisch juridisch vader.

Casus: Bram en Asha zijn getrouwd en hebben drie kinderen: Cornelis (20), Dirk (17), Dara (4). Ze gaan scheiden. Bram is juridische vader geworden doordat de kinderen binnen hun huwelijk zijn geboren. Daarom is hij alimentatieplichtig na de scheiding.

Voor de tweede situatie waarbij de vader juridisch vader wordt, moet hij wel wat doen, namelijk zijn kind erkennen. Dat kan gebeuren tijdens de zwangerschap, bij de geboorteaangifte of na de geboorteaangifte. De vader regelt dit bij de gemeente. Van belang is dat daarvoor de toestemming van de moeder moet worden verkregen. Die toestemming kan wel vervangen worden door de rechtbank. Als er een volgend kind komt, wordt de vader niet automatisch de juridische vader; dan moet dat volgende kind ook weer worden erkend. Als dit allemaal is gelukt, en het kind is erkend, dan is de vader alimentatieplichtig naar het kind toe.

Koen en Rea wonen samen en zijn niet getrouwd. Koen heeft hun twee kinderen, Neva (3) en Arthur (en 6), erkend bij de geboorteaangifte. Ze gaan zes maanden na de geboorte van Neva uit elkaar. Koen is juridisch ouder geworden omdat hij de kinderen heeft erkend. Daarom is hij alimentatieplichtig.

Het maakt hierbij overigens niet uit of de vader die het kind erkent ook een biologische band heeft met het kind. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als hij de stiefvader is van het kind. De rechtbank kan in dat geval overigens geen vervangende toestemming geven voor erkenning van het kind als de moeder niet wil dat deze stiefvader het kind erkent.

Freek en Mara wonen ongetrouwd samen. Freek heeft Lianne, een kind uit een eerdere relatie van Mara, met toestemming van Mara tijdens de zwangerschap erkend. Een jaar na de geboorte van Lianne gaan ze uit elkaar. Freek is juridische ouder van Lianne geworden door de erkenning. Hij is daardoor alimentatieplichtig voor Lianne op het moment dat hij en Mara uit elkaar gaan.

2. De verwekker als alimentatieplichtige

Wetsartikel met uitleg: volgens artikel 1:394 van het Burgerlijk Wetboek is de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, ‘als ware hij ouder’ verplicht om alimentatie te betalen aan zijn kind. Met ‘als ware hij ouder’ wordt dus bedoeld: alsof hij de juridische vader is. Hieronder twee voorbeelden van situaties waarbij een vader als verwekker alimentatieplichtig is.

Situatie 1: ongehuwd samenwonen

Nouri en Sophie wonen samen; ze zijn niet getrouwd en hebben geen geregistreerd partnerschap. Samen hebben ze drie kinderen, die verwekt zijn door Nouri: Fatima (17), Aram (14), Olivier (4). Nouri heeft de kinderen niet erkend. Ze gaan uit elkaar. Nouri is niet de juridische vader door het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of door erkenning. Hij is wel de verwekker van de kinderen. Daarom is hij alimentatieplichtig.

Situatie 2: onenightstand

Henk en Sara hebben een kind, Froukje. Eenmalig brachten ze de nacht met elkaar door en daarbij bleef het. Toen Froukje geboren werd, liet Sara dat aan Henk weten. Henk heeft Froukje niet erkend; hij wil geen rol spelen als vader in het leven van het kind. Sara is niet getrouwd met een ander. Henk is de verwekker van het kind. Daarom en omdat er geen juridische ouder is, is Henk alimentatieplichtig.

Het kan natuurlijk zo zijn dat niet zeker is of de verwekker de biologische vader is. Of dat de verwekker geen juridische ouder wil worden, terwijl de moeder dat wel wil. In dat geval kan op verzoek van de moeder de rechtbank de verwekker verplichten om een DNA test te ondergaan. Het vaderschap kan dan gerechtelijk worden vastgesteld. In dat geval is de verwekker alimentatieplichtig.

De positie van de verwekker wordt anders als de moeder tijdens de zwangerschap trouwt met een ander. Want in artikel 1:394 Burgerlijk Wetboek staat dat de verwekker alleen alimentatieplichtig is als het kind alleen een moeder heeft. Als de moeder tijdens de zwangerschap trouwt, dan heeft het kind op het moment van de geboorte dus ook een juridische vader.

Dus laten we uitgaan van dezelfde casus van Henk, Sara en hun kind Froukje. Sara is, toen ze 3 maanden zwanger was van Henk, getrouwd met Geert. Henk is de verwekker van het kind. Toch is Henk niet alimentatieplichtig, omdat er een juridische ouder is, Geert. In dit geval is Geert dus alimentatieplichtig als hij en Sara zouden scheiden.

Een zaaddonor is overigens geen verwekker en is daarom niet verplicht om alimentatie te betalen.

Er is wel een uitzondering op de regel dat de verwekker niet alimentatieplichtig is als er een tweede juridische ouder is. In sommige gevallen kan een verwekker wel worden aangesproken om alimentatie te betalen, zo is bepaald door de Hoge Raad in 1996 (HR 26 april 1996, ECLI:NL:HR:1996:AD2542) De twee voorwaarden zijn dat: 1) de verwekker ‘family life’ heeft met het kind én 2) de tweede juridische ouder niet alimentatieplichtig is. Dit laatste is het geval als deze tweede juridische ouder niet voldoende financiële middelen heeft om kinderalimentatie te betalen, of als van de moeder niet kan worden gevergd dat ze de andere juridische ouder om kinderalimentatie verzoekt.

Emma is getrouwd met Eric. Hij is een paar jaar voor het huwelijk gesteriliseerd vanwege bezwaren tegen het krijgen van kinderen. Tijdens het huwelijk heeft Emma een relatie met Arie. Als gevolg daarvan verwekt Arie bij Emma een kind, Jade. Arie heeft Jade vanaf de geboorte als zijn dochter behandeld. Emma gaat scheiden van Eric. Als kunstenaar leeft Eric al jaren op een bijstandsuitkering en daarnaast heeft hij, nog van voor zijn huwelijk met Emma, schulden. Uitgangspunt is dat Eric de juridische vader is, omdat Jade tijdens het huwelijk van Emma en Eric is geboren. Maar Arie heeft family life met Jade en Eric heeft niet de financiële middelen. Daarmee wordt Arie toch alimentatieplichtig.

Kortom, de vader is alimentatieplichtig als:

  • hij bij scheiding van de moeder getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de moeder,
  • hij een kind heeft erkend, wat ook kan als stiefvader,
  • Hij de verwekker is en er geen tweede juridische ouder is die alimentatie moet betalen.


Werknemers en scheiding

Ter ondersteuning van de werknemer in scheiding hebben Smart Coaching & Training  en Trikon Familierecht een aanbod ontwikkeld voor de juridisch-financiële kant (financieel bewustzijn, koopkrachtplaatje, alimentatie). Dit aanbod sluit aan bij het rapport Scheiden…en de kinderen dan? van het platform Scheiden zonder schade o.l.v. dhr. André Rouvoet: hij stelde voor om de werkgever een actieve rol te geven in de ondersteuning van werknemers, die scheiden. Hulp bij de juridisch-financiële kant is een tastbaar onderdeel, waarbij de werknemer veel baat kan hebben.